Freddie is een 12-jarige jongen en woont in de torenkamer van het Rijksmuseum. Hij woont daar sinds de dood van zijn vader alleen. En hij is de glazenwasser en conciërge van het Rijksmuseum, net als zijn vader was. Iedere dag klimt Freddie over de daken om de ramen goed schoon te maken en schoon te houden. ’s Avonds dwaalt Freddie vaak door het museum. Hij houdt van het gebouw. Het favoriete schilderij van zijn vader en van hem is dat van Isabella. Freddie zit vaak op de vloer voor het schilderij en kletst tegen het schilderij. Op de avond dat hij 12 jaar is geworden, praat het schilderij terug. Freddie schrikt er enorm van. Hij ontdekt dan ook dat er meer schilderijen tot leven komen. Hij blijkt een VIA te zijn. Freddie kan in het schilderij stappen en in de tijd van het schilderij terechtkomen. Dit probeert hij eerst bij Isabella. Van Isabella krijgt Freddie een belangrijke brief van zijn vader. Op een nacht ziet hij een aantal mannen de Nachtwacht onderzoeken. Waarom doen ze dat? Freddie gaat op onderzoek uit. Hij stuit op een groot complot. Freddie beleeft historische avonturen als hij op zoek is naar iets belangrijks wat niet in verkeerde handen mag vallen. Er is namelijk nog iemand op zoek naar dat voorwerp. Gaat het Freddie lukken? Doet hij dit alleen? Of krijgt hij hulp? De schrijfster heeft met behulp van de schilderijen de geschiedenis heel mooi omschreven. Als je een avontuur van Freddie leest, lijkt het alsof je erbij bent. Het is een spannend boek vol geschiedenis. Dit is een mooie manier om een stukje van de geschiedenis van Amsterdam te ontdekken.